Om inzicht te krijgen in de effecten van de corona-aanpak voor kwetsbare mensen ging Tamara van Ark, minister van Medische Zorg en Sport, in gesprek met een aantal experts, waaronder Femke Scheffers, Gedragsdeskundige bij MEE Zuid-Holland Noord en PhD kandidaat UvA. Dit deed zij in het kader van het project Lessons Learned, dat erop gericht is om de overheid maximaal te laten profiteren van kennis en ervaring opgedaan tijdens de coronacrisis.
In het gesprek deelde Scheffers haar kennis en ervaring, die ze heeft opgedaan bij haar onderzoek naar de impact die de coronamaatregelen hebben voor de doelgroepen die MEE ondersteunt. Dit zijn met name mensen met een niet-zichtbare beperking zoals een lichte verstandelijke beperking, autisme of niet-aangeboren hersenletsel. Voor hen is het vaak lastig om zichzelf goed te verwoorden, waardoor het ingewikkeld wordt om zorg op afstand te ontvangen, zoals via de telefoon en beeldbellen.
Naast negatieve effecten ook nieuwe mogelijkheden
Scheffers: “Sommige cliënten begrepen de maatregelen of de situatie niet, dit zorgde voor verwarring en onrust. Angsten en psychische problemen kwamen tot uiting of verergerden. Door het gebrek aan monitoring in de thuissituatie konden problemen ook langer onzichtbaar blijven. Structuur en sociale contacten vielen weg doordat dagbesteding, (vrijwilligers-)werk en activiteiten werd stopgezet. Terwijl een dagstructuur en sociaal netwerk juist enorm belangrijke bronnen van veerkracht zijn. Er ontstonden nog langere wachtlijsten voor indicaties, woonplekken, dagbesteding en behandeling.
Naast deze negatieve gevolgen ontstonden er ook mogelijkheden om van te leren. Door de maatregelen werden prikkels verminderd, het dagelijks leven werd rustiger doordat afspraken werden afgezegd en verplichtingen opgeschort.”
Zorg voor maatwerk en voor één vast vertrouwenspersoon
Scheffers ziet als belangrijk leerpunt van de coronaperiode dat goedbedoelde hulpverlening vaak te veel verwacht van cliënten. “Er ontstaat onduidelijkheid en overvraging doordat er teveel partijen betrokken zijn die onvoldoende met elkaar afstemmen. Beter is te zorgen voor één vast vertrouwenspersoon, die naast de cliënt kan staan en het overzicht bewaakt over de hulpverlening. Ook zien we grote verschillen tussen personen binnen onze doelgroep, wat aantoont dat maatwerk noodzakelijk is.”
Minister Tamara van Ark gaf aan dat zij door dit gesprek waardevolle inzichten kreeg: “Wat ik steeds hoor terugkomen is dat we er meer rekening mee moeten houden dat iedereen anders is en dat maatwerk zo belangrijk is.”